Equine Influenza is een virus dat de voorste en diepere luchtwegen (longen) van het paard aantast. Het virus bestaat uit influenza type A, subtype H3N8 en vroeger ook H7N7. Binnen deze types zijn weer meerdere sublijnen bekend.
Op dit moment/de laatste jaren is voornamelijk het subtype H3N8 nog actief, waarbinnen de Florida sublijn met Clade 1 en Clade 2 zorgt voor de meeste infecties in Europa. De uitbraak van vorig jaar betrof een Clade 1 stam. De meest recente uitbraak van een Clade 2 stam is in 2017 geweest (bron: http://oie.int/our-scientific-expertise/specific-information-and-recommendations/equine-influenza/).
Wanneer je paard geïnfecteerd raakt met het Equine Influenza virus, dan duurt het ongeveer 1-3 dagen voor er verschijnselen zichtbaar zijn. Dit noemen we ook wel de incubatietijd. Op dit moment is je paard al wel besmettelijk voor andere paarden, terwijl het zelf nog geen ziekteverschijnselen laat zien.
De symptomen van influenza zijn zeer hoge koorts, neusuitvloeiing, een harde droge hoest, niet willen eten, vergrote lymfeklieren, spierpijn en suf zijn (zie afbeelding). Later kunnen de symptomen veranderen naar purulente neusuitvloeiing (geel-groene pus), (veel) slijm ophoesten en ernstige longontsteking. Deze veranderingen in verschijnselen komen door een secundaire bacteriële infectie, oftewel een omgevingsbacterie die misbruik maakt van de situatie.
Verhoogd risico op infectie met andere virussen en bacteriën
De paarden worden bij influenza ernstig ziek en bij veulens is bekend
dat deze kunnen sterven aan de directe gevolgen van een longontsteking
die door influenza wordt veroorzaakt. Bij volwassen paarden geldt dat
influenza de weerstand van het paard dusdanig aantast dat het risico op een secundaire bacteriële besmetting en ernstige longontsteking
groot is. Deze secundaire infectie kan leiden tot een levensgevaarlijke
situatie en sterfte. Naast secundaire bacteriële infecties zijn de
paarden ook gevoeliger voor een infectie met andere virussen en voor stof
in de omgeving. Dit laatste kan weer leiden tot chronisch hoesten. De
verhoogde gevoeligheid voor bacteriën, virussen en stof na een influenza
infectie kan 50-100 dagen aanhouden. Dit is de reden dat paarden die
influenza onder de leden hebben lang de tijd moeten krijgen om zich te
herstellen.
Wanneer je een ziek paard hebt met de bovengenoemde verschijnselen, dan is het van belang dat er getest wordt of het om Equine Influenza gaat. Dit gebeurt door het afnemen van een neusswab (een speciaal wattenstaafje wat in de neusgang wordt gebracht). In het laboratorium kan het virus aangetoond worden middels PCR uit de neusuitvloeiing die zich bevindt op de swab.
Vanwege de enorme besmettelijkheid van influenza is het heel belangrijk dat paarden die verdacht worden van de ziekte apart gehouden worden van de andere paarden en er hele strikte hygiëne maatregelen zijn. Het kan aan te raden zijn om nieuwe paarden die op stal komen nog even gescheiden te houden van de andere paarden gedurende 2 weken (ze kunnen namelijk ook zelf influenza hebben en dat binnenbrengen).
Aangezien influenza een virus is, helpen antibiotica hier niet tegen. Het is belangrijk dat de paarden absolute rust krijgen, frisse lucht hebben en koortsremmers krijgen als ze stoppen met eten en drinken.
Mocht je paard een secundaire bacteriële infectie er bovenop krijgen, zoals eerder besproken, dan kan er wel antibiotica ingezet worden. Bij risico-paarden, zoals oudere paarden, jonge paarden of paarden met aangetaste weerstand, wordt soms al met antibiotica gestart voordat de paarden de verschijnselen van de bacteriële infectie laten zien. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat deze groep paarden levensgevaarlijk ziek wordt.
Door de grote schade die influenza aanbrengt in het lichaam is het van groot belang dat de paarden genoeg tijd krijgen om te herstellen. Het kan erg lang duren voor paarden om volledig te herstellen. Als algemene leidraad houden dierenartsen aan dat voor elke dag koorts er een week hersteltijd gerekend moet worden. De paarden zijn na infectie met influenza 50-100 dagen extra gevoelig voor andere ziektes. Sommige paarden blijven nog maandenlang hoesten, door complicaties met bacteriën, andere virussen of stof.
Om je paard te beschermen tegen influenza kun je hem vaccineren. Door de opbouw van immuniteit krijgt het virus minder de kans om zich binnen het lichaam te vermeerderen en zal er minder virus worden uitgescheiden, ook worden de paarden hierdoor minder ziek. Belangrijk hierbij is dat het overgrote deel van de populatie is gevaccineerd, zodat de hoeveelheid virusdeeltjes die worden verspreid laag is. Een ongevaccineerd paard in de groep zorgt voor zeer grote aantallen virusdeeltjes in de lucht, waardoor het besmettingsgevaar weer erg hoog wordt en ook gevaccineerde paarden het risico lopen om ziek te worden.
Het vaccinatieschema van inlfuenza is als volgt:
Basisvaccinatie: 3 vaccinaties
Daarna is het advies de vaccinatie elke 6 maanden te herhalen. Daarmee voorkom je niet alleen dat je paard (ernstig) ziek wordt, het zorgt er ook voor dat het virus nauwelijks de kans krijgt zicht te vermeerderen in je paard. Je paard is daarmee niet besmettelijk voor andere paarden mocht influenza uitbreken. Dit helpt om de hoeveelheid virusdeeltjes laag te houden.
Elk jaar de herhalingsvaccinatie geven beschermd je paard tegen ernstig ziek worden van equine influenza, maar je paard kan wel andere paarden besmetten.
Bron: www.paardenarts.nl
Er zijn veel meer vaccinaties beschikbaar voor paarden, denk aan rhinopneumonie en west nijl. Hoe zit het eigenlijk met FEI eisen? Je vindt er hier meer informatie over.