Dierenkliniek Benschop Oudewater beschikt over een eigen laboratorium waar verschillende onderzoeken op de melk kunnen worden uitgevoerd.Denk hierbij aan celgetal bepalingen, bacteriologisch onderzoek (B.O.) op melk en antibiotica tests.
Celgetalbepaling
Celgetal bepalingen zijn vooral interessant voor veehouders die niet deelnemen aan de melkcontrole maar wel (een aantal) koeien willen droogzetten met een antibiotica injector. Wettelijk is dit enkel toegestaan indien het celgetal aantoonbaar hoger is dan 50.000 (koe) of 150.000 (vaars). Celgetal bepalingen kunnen alleen uitgevoerd worden op verse melk. Het is mogelijk om het celgetal op kwartierniveau te bepalen.
Bacteriologisch onderzoek (B.O.)
Bij bacteriologisch onderzoek (B.O.) wordt er gekeken of en welke
bacterie er in de melk zit, en of deze goed gevoelig is voor de door ons
gebruikte antibiotica (het antibiogram). B.O. kan eventueel uitgevoerd worden
op melk die ingevroren is geweest, maar bij voorkeur op verse melk.
Het is mogelijk dat er in verschillende kwartieren verschillende kiemen zitten. Als u van meerdere kwartieren de melk wilt laten onderzoeken is het daarom beter om van elk kwartier apart een monster te nemen.
Antibiotica onderzoek
Soms weet u niet zeker of de wachttijd van een toegediend antibioticum al verstreken is. Denk hierbij aan een koe die eerder gekalfd heeft dan verwacht, of een extra behandeling met een nageboorte capsule. We kunnen met een test de zogeheten bèta-lactam antibiotica aantonen in de melk (Depocilline, Avuloxil, Lactaclox, Orbenin (Extra) dry cow). Dit betekent dat sommige behandelingen niet met onze antibiotica test gevonden kunnen worden (Albiotic, Ubrolexin). De test voor tetracyclines (nageboorte capsules, Oxymax) is momenteel nog niet beschikbaar.Celgetal en antibiotica bepalingen zijn dezelfde dag klaar, mits de melk in de ochtend is gebracht.
Voor een B.O. moet de melk minimaal 24 uur in de broedstoof staan voordat er een eerste voorlopige uitslag is. Als er uit dit eerste onderzoek niets groeit, moet er een tweede onderzoek ingezet worden. Ook dit moet minimaal 24 uur groeien. Zodra er een bacterie groeit wordt er gekeken welke bacterie dit is en in sommige gevallen zal er een antibiogram ingezet worden. Dit is om te bepalen voor welke antibiotica de bacterie wel of niet gevoelig is. Ook dit duurt 24 uur.
In het meest gunstige geval heeft u na 24 uur uitslag, maar als er een tweede onderzoek en een antibiogram nodig is duurt het minimaal 3 dagen voor u een uitslag heeft. Melkmonsters kunnen tijdens de reguliere openingstijden van de praktijk gebracht worden.
Het kan dus een aantal dagen duren voor u een uitslag heeft, dit betekent niet dat u hoeft te wachten om uw koe te behandelen als ze vlokken in de melk heeft. U kunt de standaard therapie zoals vermeld op uw bedrijfsgezondheidsplan gewoon starten. Wat kan u dan wel met de uitslag?
Bij klinische mastitis (vlokjes in de melk) wordt in slechts 50% van de gevallen een bacterie
gekweekt (bijvoorbeeld omdat de bacterie zoals E.coli bij een mastitis al dood kan
zijn als de melk onderzocht wordt. De vlokjes zijn dan het gevolg van de schade die nog in het uier aanwezig is). Bij subklinische mastitis (hoog celgetal) is de kans dat er een bacterie gekweekt wordt zo'n 33%. Dit is ook het geval bij het laboratorium van
de GD of in grote laboratoria in het buitenland. De voornaamste oorzaak ligt in
het feit dat bacteriën in wisselende hoeveelheden in de melk terecht komen en
bij lage aantallen kan de kweek heel makkelijk negatief verlopen. Er zijn ook
bacteriën (zoals mycoplasma) die met de gewone kweekmethodes niet kunnen worden
aangetoond.
Soms zijn gisten, schimmels, of algen de oorzaak van een
uierontsteking. Deze worden bij onze kweekmethodes ook aangetoond en kan dan ook als uitslag worden gegeven. Behandeling van een gist, schimmel of alg in het uier is niet mogelijk.
Een melkmonster voor B.O. MOET steriel worden afgenomen!! (Dit is niet noodzakelijk als het melkmonster uitsluitend is genomen voor een celgetal bepaling).
Voor de melktests op antibiotica wordt gezocht naar zogeheten 'bèta-lactam antibiotica'. Hieronder vallen onder meer Ubrolexin (bevat o.a. penicilline) alle drie de soorten Orbenin (cloxacilline), Rilexine en Mastiplan (cephalosporinen) en Mamyzin (penicilline).
Een veel gehoorde klacht is dat mastitis injectoren niet werken, of pas na een dubbele behandeling. Dit heeft veel verschillende oorzaken:
Natuurlijk kunt u tijdens een bedrijfsbezoek melkmonsters
meegeven aan de dierenarts. Als u zelf een melkmonster naar de praktijk brengt,
wilt u dan de volgende informatie erbij vermelden?
Een groot frustratiepunt is de uitslag “mengcultuur”. Dit betekent dat er meerdere bacteriesoorten uit het monster zijn gekweekt waardoor niet te zien is welke kiem de problemen veroorzaakt. Vaak komen deze extra bacteriën van de uierhuid of vanuit de omgeving in het testbuisje. U kunt dit risico tot een minimum beperken door de volgende werkwijze aan te houden bij het afnemen van een melkmonster.