Overgewicht is, ook bij dieren, een veel voorkomend probleem. Steeds meer honden en katten zijn te dik en dat geeft extra gezondheidsproblemen. Naast het gewone eten, krijgen de dieren vaak verschillende tussendoortjes. Net als bij mensen zijn deze tussendoortjes vaak de oorzaak voor het overgewicht.
Overgewicht
versnelt het proces van slijtage van de gewrichten (arthrose). Met name grotere
honden, maar ook de kleinere rassen kunnen hier flink last van ondervinden. Ze
hebben pijnlijke gewrichten, waardoor ze kreupel gaan lopen en minder
actief worden. Ook katten kunnen minder makkelijk de dingen doen waar ze van
houden: onder andere op de bank springen en ook de eigen vacht verzorgen
wordt een hele opgave. En ook katten krijgen sneller last van
artrose. Verder wordt de kans op blaasgruis vergroot.
Honden die 'van zichzelf' al een moeizamere ademhaling hebben (denk aan kortsnuitige honden), krijgen vaak nog minder lucht door het vet in de omliggende weefsels. Maar ook honden en katten met een "normale" luchtwegen krijgen meer moeite met ademen als ze te dik zijn. Net als bij mensen hebben honden en katten met overgewicht meer kans op suikerziekte en hart- en vaatziektes.
Tot slot blijkt dat door overgewicht het afweersysteem minder goed werkt. Het vetweefsel is vaak ontstoken, waardoor het afweersysteem hier te druk mee bezig is op het moment dat er een ‘echte’ ziekteverwekker binnenkomt. Uw huisdier is dus vatbaarder voor ziekten.
Door alle nadelige gevolgen voor de gezondheid leven dieren met overgewicht minder lang.
Foto met dank aan de fam. Kruit
Honden en katten worden te dik op het moment dat ze meer energie binnen krijgen dan dat ze nodig hebben. Iedere hond en kat is anders gebouwd en heeft een andere energiebehoefte. Daarom is het niet eenduidig aan te geven hoeveel een hond of kat van een bepaald ras mag eten. Dit is per dier verschillend.
Ook een sterilisatie of castratie heeft vaak als gevolg dat het dier dikker wordt. Dit komt doordat het wegvallen van bepaalde hormonen een lagere stofwisseling tot gevolg heeft. Een dier heeft na de operatie minder energie nodig. Als hij/zij nog net zoveel voer als daarvoor krijgt, dan krijgt het dier meer calorieën binnen dan dat hij/zij nodig heeft en dan zal hij/zij dus gaan groeien. Ook zijn er honden en katten die van zichzelf niet heel erg actief zijn, deze hebben ook vaak meer aanleg om aan te komen.
Bij dieren zijn met name tussendoortjes de oorzaak waardoor ze te dik worden. Zowel de hondenkoekjes en -kluiven, maar vergeet ook niet de stukjes worst, kaas etc. Ter vergelijking: 25 gram kaas voor een kat, komt overeen met 3,5 hamburger voor een mens. En 25 gram kaas voor een hond met 2 grote muffins voor de mens.
Beweging speelt ook een rol, maar deze is minder groot dan bijv. bij mensen. Het is dus belangrijk om de voeding van uw dier af te stemmen op de activiteiten die ze doen.
Er zijn verschillende manieren om uw hond te laten afvallen. Het belangrijkste is om alle tussendoortjes weg te laten. Wel mag de hond beloond worden met een brokje van zijn voer. Dit moet uiteraard wel een brokje zijn uit het bakje voer "voor die dag" en niet een brokje dat er dus weer bij komt. Als voeding kan 'eigen voer', maar zeker bij honden die echt te zwaar zijn, is speciale dieetvoeding aan te raden. Dit voer is zo samengesteld dat de hond minder calorieën binnenkrijgt, maar na het eten wel een vol gevoel heeft. Als u de hoeveelheid van het eigen voer verminderd om uw hond af te laten vallen, zal het dier minder buikvulling krijgen, waardoor het een 'hongergevoel' blijft houden en als gevolg daarvan kan gaan struinen op zoek naar voer.
Als uw hond erg schrokt met het eten van zijn brokken, kunt u een speciale schrokbak kopen. Dit zorgt ervoor dat uw hond zijn brokken minder snel op heeft en daarna meer verzadigd is. Ook kunt er zelf een maken door stenen in de bak de leggen (wel grote stenen, kiezelstenen gaan vaak mee naar binnen), zo kan uw hond ook minder snel bij de brokken. Ook zijn er voederballen, deze moeten ze eerst voortbewegen en er daarna achteraan lopen. Met als bijkomend voordeel dat ze dan gelijk beweging krijgen.
Het is belangrijk om uw hond niet te snel af te laten vallen. Per hond zijn er speciale richtlijnen om het verantwoord af te laten vallen. Kom voor het ideale gewicht een keer langs, dan kunnen we voor u een begeleidend plan maken.
Bij katten is afvallen vaak wat lastiger. Een hond kun je makkelijker tot beweging aanzetten dan een kat. Toch zijn er een aantal dingen die u kunt doen. Net als bij de honden zijn er speciale dieetvoeders. U kunt ook uw eigen voer geven en de hoeveelheid die u normaliter geeft verminderen. Veel katten hebben de hele dag door eten staan, en de bakjes worden weer bijgevuld als ze op zijn. Dit is voor katten die te veel eten en te dik zijn af te raden. Geef uw kat 2 of 3x per dag brokjes, als de voerbak leeg is, dan moet hij/zij wachten tot de volgende keer. U kunt de bakjes voer ook op verschillende plekken in huis zetten. Zo gaat de kat overal kijken of er nog brokjes in zitten en automatisch dus ook meer lopen. Ook voor katten zijn er voerballen, waarbij het voer er uit komt rollen als ze het balletje in beweging brengen. Een andere mogelijkheid is om de brokjes op de trap leggen. Verder kunt u kijken wat uw kat leuk vindt om mee te spelen (aluminium of papierpropjes zijn vaak erg in trek). Plan elke dag wat tijd in om dan met hem/haar bezig te zijn, zodat ze meer beweging krijgen. Katten zijn heel slim en hebben soms meerdere huizen waar ze voer krijgen. Vraag eens in de buurt na of iemand de kat ook eten geven. Want als u heel hard aan de slag gaat met afvallen, maar de buurvrouw blijft de kat netjes eten geef, dan is al uw werk voor niets!
Door uw dier af te laten vallen zal het vrolijker en actiever worden en langer leven. Ze zitten letterlijk en figuurlijk beter in hun vel!
Ribben:
Ribben zijn duidelijk zichtbaar en eenvoudig te voelen, geen vetlaag
Staartbasis:
botten duidelijk zichtbaar, geen vetlaag
Zij-aanzicht:
duidelijke buikplooi
Bovenaanzicht:
zeer duidelijke zandlopervorm
Ribben:
Ribben zijn zichtbaar met minimale vetlaag tussen huid en bot
Staartbasis:
botten zichtbaar, minimale vetlaag
Zij-aanzicht:
buikplooi
Bovenaanzicht:
duidelijke zandlopervorm
Ribben:
Ribben zijn niet zichtbaar maar wel eenvoudig te voelen
Staartbasis:
gladde contouren met lichte vetlaag
Zij-aanzicht:
buikplooi
Bovenaanzicht:
taille in verhouding met de rest van het lichaam
Ribben:
niet zichtbaar en moeilijk te voelen door een matige vetlaag
Staartbasis:
enkele dikkere botten voelbaar onder matige vetlaag
Zij-aanzicht:
geen buikplooi
Bovenaanzicht:
rug ter hoogte van middel verbreed
Ribben:
Moeilijk te voelen onder een dikke vetlaag
Staartbasis:
verdikt en botten moeilijk voelbaar onder dikke vetlaag
Zij-aanzicht:
geen middel, vet hangt aan de buik
Bovenaanzicht:
rug is zichtbaar verbreed
Foto's bron: Royal Canin