De leeftijd waarop uw hond gesteriliseerd kan worden is afhankelijk van de leeftijd waarop uw hond loops is geworden. Wij adviseren uw hond te steriliseren 3 maanden na de 1e loopsheid. Bij honden onder de 15 kg kan het eventueel ook voor de 1e loopsheid.
Bij steriliseren nemen we in principe alleen de eierstokken (hier vindt de productie van de geslachtshormonen plaats) weg. Indien we tijdens de operatie zien dat de baarmoeder er afwijkend uitziet, zal het advies zijn om deze ook te verwijderen.
Er zitten voor- maar ook enkele nadelen aan steriliseren van een hond. Per hond kan het advies om te steriliseren verschillende zijn. Over het algemeen wegen de nadelen niet op tegen de voordelen. Graag bespreken we samen met u wat voor uw hond het beste is.
Geen kans meer op baarmoederontsteking
Een baarmoederontsteking ontstaat onder invloed van de geslachtshormonen. Door de ontsteking vult de baarmoeder zich met bloed en pus. Hierdoor gaan teefjes zich ziek voelen en krijgen klachten als vieze (stinkende) uitvloeiing, koorts (normaaltemperatuur van de hond is 38-39 °C) minder eten, meer drinken en plassen, soms braken en sloom worden. Door te steriliseren halen we de geslachtshormonen weg en hierdoor ook de kans op het ontstaan van een baarmoederontsteking, ongeacht de leeftijd van het dier. Daarom is het advies om teefjes op latere leeftijd alsnog te steriliseren ook als ze al een of meerdere nestjes hebben gehad.
Afname van de kans op melkkliertumoren
Honden die op vroege leeftijd worden gesteriliseerd hebben aanzienlijk minder kans op melkkliertumoren. Dit heeft te maken met de invloed van de geslachtshormonen. Bij iedere cyclus die de hond doormaakt, wordt de kans op problemen op latere leeftijd groter. Bij sterilisatie vóór de eerste loopsheid is de kans op kwaadaardige melkkliertumoren op latere leeftijd bijna 0%. Met elke cyclus die de hond doormaakt, stijgt deze kans. Honden onder de 15 kg kunnen voor de 1e loopsheid gesteriliseerd worden afhankelijk van onder andere de gezondheid van het dier. Bij grote honden wordt het risico op incontinentie wat groter als deze honden voor de eerste loopsheid worden gesteriliseerd. Daarom raden we bij deze honden aan om 3 maanden na de 1e loopsheid te steriliseren.
Geen suikerziekte veroorzaakt door geslachtshormonen
Gedurende 2 maanden na de loopsheid produceren de eierstokken het hormoon progesteron. Dit hormoon zorgt ook voor een verhoogde productie van groeihormoon welke de cellen in het lichaam minder gevoelig kan maken voor insuline, dit veroorzaakt suikerziekte. Als een hond in de periode na de loopsheid suikerziekte ontwikkelt, is het advies om zo snel mogelijk te steriliseren. Door te steriliseren stoppen we de progesteronproductie waardoor de suikerziekte weer kan verdwijnen.
Onvruchtbaarheid en geen kans op loopsheid en schijndracht meer
Doordat de eierstokken en een klein deel van de baarmoeder worden verwijderd, wordt de teef onvruchtbaar en blijft ook de loopsheid weg.
Doordat we de geslachtshormonen weghalen, halen we ook de kans op schijndracht weg. Als uw hond schijndrachtig is, kan hun gedrag veranderen. Ze denken door hormoonschommelingen dat ze een nestje krijgen en gaan bijbehorend gedrag vertonen: slepen met knuffels/speeltjes, meer graafgedrag vertonen, slecht eten, slomer zijn en ze kunnen opgezette tepels hebben waar melk uit te drukken is. Als u hond schijndrachtig is, houdt u haar dan goed in de gaten. Schijndracht geeft namelijk een vergrote kans op baarmoederontsteking
Gevoeliger voor overgewicht
Na sterilisatie verandert de stofwisseling van de hond. Hierdoor kunnen teefjes, met dezelfde hoeveelheid voer als voor de sterilisatie, aanmerkelijk dikker worden. Aangezien overgewicht, net als bij mensen, gevolgen heeft voor hart en de bloedvaten, bloeddruk, gewrichten etc moet dat voorkomen zien te worden. Het is dus belangrijk om het gewicht van uw hond in de gaten te houden en maatregelen te nemen, indien blijkt dat uw hond toch in gewicht gaat toenemen. Voor vragen betrekkende voeding en overgewicht kunt u altijd contact met ons opnemen.
Kans op urine-incontinentie op latere leeftijd (<3-5 %)
Sommige teefjes zijn gevoeliger voor het ontwikkelen van urine-incontinentie (het onbewust verliezen van urine) na sterilisatie. Dit geldt vooral voor teven van grote rassen, te zware dieren en rassen waarbij (voorheen) de staart werd gecoupeerd. Eventuele urine-incontinentie is echter niet levensbedreigend en heel goed met medicijnen te behandelen.
Kans op gedragsverandering
Door sterilisatie wordt het vrouwelijke hormoon oestrogeen (uit de eierstokken) weggenomen en krijgt de (kleine) hoeveelheid testosteron, die ieder vrouwelijk dier ook produceert, relatief de overhand. Helaas is van te voren niet in te schatten hoe teven reageren na de sterilisatie. In sommige gevallen kunnen teven heftiger reageren of juist angstiger worden. Heeft u een hond die uitvalt naar andere honden of angstig is aangelegd dan is het goed om van tevoren te overleggen. Het gebeurt niet bij alle teven maar het komt zeker voor.
Vachtverandering
Bij sommige honden kan na een sterilisatie de vacht veranderen. Over het algemeen wordt de vacht dan dikker en krulleriger. Het gebeurt niet vaak, maar kan wel voorkomen. Soms is na een vachtverandering een andere vachtverzorging nodig. Dit kan het beste besproken worden met een trimster.
Tekst geschreven door Nicolette v/d Ven