Paarden knabbelen van nature ten minste 16 uur per dag aan gras, takjes en andere plantjes. Ze zijn dus een groot deel van de dag zoet met fourageren; zoeken naar eten. Als het voer beperkt is of er veel zand vlakbij het voer aanwezig is neemt de kans op zand inname toe. Door over de tijd steeds kleine beetjes zand op te nemen, verzamelt zich steeds meer zand in de darmen. Zand is zwaar en zinkt naar de bodem van de darm. Vaak vormt zich een ingeklonken zandbank op de diepste punten van het maagdarmstelsel. Het zand schuurt de darmwand en blokkeert de opname en passage van voedingsstoffen. Dit heeft irritatie, pijn, gasvorming en diarree tot gevolg. Ook trekt het gewicht van het zand pijnlijk aan de darmen en de ophangbanden van de darmen. Hierdoor ontstaan heftige pijnscheuten. Uiteindelijk is zandkoliek buikpijn die het paard krijgt ten gevolge van zand in de darmen.
Zand ophoping in de darm van paarden gaat geleidelijk. Ook is er veel verschil tussen rassen en individuele paarden hoe hun lichaam op het zand in de darm reageert. Veel voorkomende verschijnselen zijn:
Als je paard koliek heeft onderzoeken we je paard altijd grondig. Als we reden hebben om zand te verdenken als oorzaak van de klachten bij je paard doen we ter plekke een zandcontrole in de mest. Bij het rectaal opvoelen van het paard voelen we het zand soms al in de darm zitten. Ook de combinatie van verschijnselen en klachten die het paard al langer vertoont kunnen leiden tot de diagnose zandkoliek.
Zandcontrole van de mest doormiddel van het laten uitzakken van zand is de meest gebruikte methode om zand aan te tonen. Helaas komt zand uit de buik niet elke dag in dezelfde hoeveelheden los. Er is ongeveer 50% kans dat je met een zandcontrole in de mest zand aantoont bij paarden die daadwerkelijk zand in de buik hebben. Enkele dagen achter elkaar de mestcontrole herhalen vergroot de kans om zand aan te tonen.
Een rontgenfoto maken van de buik is de gouden standaard om zand in de buik hard te maken. Ook kan op basis van de foto gemeten worden om hoeveel zand het precies gaat. Dit geeft een goed beeld van de uitgangssituatie. Een vervolgfoto na behandeling kan dan duidelijkheid geven of de behandeling succesvol was of dat er aanvullende maatregelen nodig zijn.
Voorkomen dat zand wordt opgenomen is het allerbelangrijkst. De meest voorkomende oorzaken van zandopname bij het paard zijn:
Zandopname voorkomen begint dus met een goed, passend rantsoen voor je paard. Het moet voldoende voedingsstoffen bevatten en genoeg te kauwen geven om nooit langer dan 6 uur zonder voer te staan. Meer over het goed voeren van je paard vind je hier. Voorkom dat ruwvoer op zand terecht kan komen. Dit kan door op een verharde plaats naast de paddock te voeren, of een ruime opvangbak onder je hooinet te leggen. Voorkom honger en verveling. Bied afleiding met voer, speeltjes en bijvoorbeeld wilgentakken. Laat weides niet kort millimeteren in de graasperiodes. Beter is strookbegrazing waarbij de paarden, in een afgezet stuk van de wei, dagelijks aan de ene kant een vers, lang stuk gras krijgen en aan de andere kant de weide weer wordt ingekort. Zo krijgt je grasmat ook beter de kans te herstellen en gaat je weiland langer mee.
Als de omstandigheden niet perfect zijn, dat is geen schande maar op veel stallen gewone realiteit, dan helpt een zandkuur. Door elke 4 tot 6 weken je paard een week lang psyllium zaad te geven kun je beginnende zandophoping verhelpen. De dosering psyllium is hierbij ongeveer 0,5 gram per kilogram lichaamsgewicht van je paard. Voor een pony voer je 100 gram per dag, een paard 200 gram en een groot paard 300gram. Het goede psylliumzaad is via de praktijk verkrijgbaar in verschillende verpakkingsgrootte's. Grotere verpakkingen zijn per kilo voordeliger.
Kortom:
Als een röntgenfoto, mestonderzoek of onderzoek van de dierenarts hebben uitgewezen zand actief moet worden afgedreven, dan is naast preventie ook behandeling nodig. De belangrijkste behandeling 10 dagen psyllium zaad in grote hoeveelheden aan het rantsoen toevoegen. Als basis regel houden we aan 1 gram psylliumzaad per kilogram lichaamsgewicht van het paard. Voor een paard van 600 kilo betekent dat 600gram psyllium zaad per dag. Afhankelijk van de hoeveelheid zand die loskomt wordt de behandeling intensiever gemaakt of verlengd.
Als we voor zandkoliek bij de patiënt zijn geven we naast pijnstilling, de eerste dag paraffine olie, elektrolyten en psyllium met een maagsonde in. Vaak mest het paard een dag later met het blote oog zichtbaar grote hoeveelheden zand.
Psyllium zaadjes die geschikt zijn om voor paarden te gebruiken zijn via de praktijk verkrijgbaar. Let op; commercieel zijn veel psyllium husk en poeder producten verkrijgbaar. Dit werkt niet hetzelfde! Je hebt de bulk van de zaadjes nodig om het zand goed los te krijgen.