hittestress paard diergeneeskundenl

De normale lichaamstemperatuur van paarden ligt tussen de 37,4 en de 38,0˚C. Bij een lichaamstemperatuur boven de 40˚C ontstaat schade organen en lichaamscellen. Dit komt omdat eiwitten (onderdeel van onder andere enzymen, cellen en spieren) vanaf deze temperatuur gaan 'denatureren'. Dat wil zeggen dat de eiwitten blijvend van vorm veranderen en hun functie verliezen. Dit is te vergelijken met een gekookt ei: eenmaal hard geworden eiwit, wordt nooit meer zacht.

Het is voor een dier dan ook bijzonder belangrijk om de lichaamstemperatuur te handhaven binnen veilige marges, voor het paard ligt dat tussen de 37,0 en de 40,0˚C. De thermoneutrale zone of ‘comfortzone’ is de omgevingstemperatuur waarbij een paard met minimale inspanning zijn lichaamstemperatuur op peil kan
houden. De thermoneutrale zone voor een paard ligt ongeveer tussen de -5˚C en de +20˚C. De optimale staltemperatuur voor volwassen paarden ligt tussen
10-15˚C en voor jonge veulens tussen de 15-20˚C. Deze temperaturen liggen veel lager dan die van bijvoorbeeld de mens. Dit komt omdat het paard erg veel warmte produceert bij de vertering van het voedsel. Boven de 20˚C zal het paard dan ook manieren moeten vinden om af te koelen en de lichaamstemperatuur niet gevaarlijk te laten stijgen.

Aanpassen

Als een paard het (te) warm krijgt, zal het waar mogelijk schaduw op zoeken en meer gaan zweten. Het verdampen van zweet op de huid geeft verkoeling. Hetzelfde geldt voor 'panten', het snel ademhalen om via de longen vocht te verdampen, en zo te koelen. Mocht het paard het water in kunnen, dan is dat ook een makkelijke manier om af te koelen. Ook zal een paard stoppen met eten om niet meer warmte te produceren.

Uitdrogen

Paarden kunnen heel goed zweten. Ze hebben over hun hele lichaam zweetklieren en produceren zweet met veel elektrolyten. Bij het paard bevat zweet meer
elektrolyten (zoals natrium, kalium, chloor en calcium) per liter vocht dan het bloed en andere lichaamsvloeistoffen. Een paard verliest daarmee gemakkelijk heel veel zout op een warme dag. Normaal, in de thermoneutrale zone, verliest een paard door verdamping ongeveer 10 liter vocht. Op een warme dag kan deze hoeveelheid wel 4-5x zo groot worden. Per uur L-niveau arbeid komt daar nog 11 liter zweet bij. Als je bedenkt dat met 10 liter zweet, 82 gram natrium verloren gaat, dan snap je dat een elektrolyten tekort makkelijk ontstaat.

Als de elektrolytenconcentraties in het lichaam laag zijn, zullen de dorstprikkel en dus de interesse om te drinken verdwijnen. Dit komt omdat het bloed minder zout wordt en daarmee de osmolariteit van het bloed daalt. Dat leidt snel tot problemen, want paarden kunnen uitdrogen terwijl er meer dan genoeg water voor hun neus staat.

Tips om je paard te beschermen

  1. Zorg voor voldoende en schoon drinkwater! Bij normale temperaturen, en zonder dat hij aan het werk hoeft, drinkt een paard van 600kg ongeveer 20-30 liter water per dag. Wanneer de temperaturen stijgen boven de 25˚C kan dit wel oplopen tot 40 of meer liter water per dag. Controleer dus regelmatig de drinkbakken of vraag de staleigenaar dit te doen. Let op: de drinkbehoefte van een paard neemt af na arbeid bij overmatig zweten! Zie verder punt 4.

  2. Wanneer je paard in de weide staat is het belangrijk dat er voldoende schaduwplekken (bijv. een schuilstal of bomen) zijn. Heb je geen schaduwplekken? Dan is het te overwegen om je paard overdag binnen te zetten en wanneer de zon in sterkte afneemt (in de avond) weer buiten te zetten.

  3. Pas je trainingsschema aan. Paarden raken snel oververhit. Tot 30 minuten na arbeid kan de temperatuur nog rond de 39˚C zitten (ruim een graad hoger dan normaal!). Ga bij voorkeur trainen in de vroege ochtend of later op de avond wanneer de temperaturen aangenamer zijn voor zowel paard als ruiter. Pas ook de intensiteit van de training aan. Vind je het te warm om zelf te sporten? Vraag dan van je paard ook geen intensieve oefeningen.

  4. Controleer je paard op zweten (zowel tijdens/na arbeid als op het land/in de stal). Als je paard veel zweet verliest het veel vocht en veel zouten. Dit moet weer aangevuld worden en je paard doet dit niet altijd vrijwillig. Ook al geef je je paard dan 24u per dag beschikking over een liksteen, op warme dagen nemen ze vaak toch te weinig zout op. Het kan daarom zinvol zijn om op warme dagen 50 gram simpel keukenzout aan het rantsoen van je paard toe te voegen, liefst verdeeld over twee porties. Dit lijkt veel, maar voor een paard is het geen probleem en een goede oplossing om de warme dagen beter door te komen. Komt de temperatuur boven de 25˚C én levert je paard ook nog arbeid? Vul dan het verlies aan elektrolyten eventueel aan met een voedingssupplement zoals: Vetidral (Audevard), Recover (Equilin) of Recharge (Virbac), op bestelling verkrijgbaar op de praktijk.

  5. Na de arbeid, of wanneer je paard het erg heet heeft, kun je deze afkoelen door af te spuiten. Hierbij zijn een tweetal zaken belangrijk om rekening mee te houden. Allereerst is je hele paard lang afspuiten met heel koud water juist níet geschikt om je paard af te koelen. Het duurt lang voor koud water door de vetlaag over de grote spiergroepen heen dringt. Daarnaast kan de koude op de huid er voor zorgen dat oppervlakkige bloedvaatjes zich sluiten en kan de warmte in het paardenlijf niet meer aan het oppervlak worden afgegeven. Onderzoek heeft uitgewezen dat de beste methode is: 30 seconden het gehele paard afspuiten, gevolgd door 30 seconden wandelen. Zo wordt het ‘koude’ bloed uit de vaatjes in en net onder de huid weer vervangen door warmer bloed uit het lichaam. Ten tweede, als je je paard doornat hebt gemaakt is het belangrijk dat je het water op de vacht gelijk weer afneemt met een zweetmes. Zo kan het vocht beter verdampen en wordt de warmte afgegeven in plaats van vastgehouden.

  6. Een rit in de trailer op een warme dag is voor een paard flink werken; het continue balanceren vergt veel spierwerk. Duurt de reis langer dan drie uur, of langer dan twee uur in een warme omgeving, dan is een pauze nodig waarin het dier water en nat hooi tot zich kan nemen. Vermijd daarnaast files. In een stilstaande trailer wordt het snel snikheet.

  7. Bescherm je paard tegen insecten als vliegen en dazen. We hebben te maken gehad met een winter zonder vorst, waardoor de populatie van vliegen en dazen hoger is dan normaal (tijdens vorstperiodes vriezen veel insecten/eitjes dood). Sommige paarden hebben ook nog eens zomereczeem. Er zijn voldoende producten op de markt zoals vliegendekens, vliegenmaskers, exceemdekens en anti-insecten sprays. Laat je informeren over de werking van deze producten of bespreek met je dierenarts wat mogelijk het beste werkt voor jouw paard.

  8. Ventileer je stallen goed. Laat de wind er doorheen waaien en verwen je paard op warme dagen met een ventilator. Het beste is deze buiten de tralies te bevestigen.

  9. Paarden met lichte/roze neuzen verbranden snel, wat net als bij mensen erg pijnlijk kan zijn. Smeer de neus dagelijks in met een anti-zonnebrand crème met hoge factor!