Als 75% van de levensverwachting van het ras is bereikt noemen we een
dier senior. Voor honden is dit gemiddeld 9 jaar, en voor de grotere
hondenrassen is dit 7 jaar. Met
het ouder worden van de hond neemt ook de kans op een aantal ziektes/beperkingen
toe. Zo zal het immuunsysteem minder goed gaan functioneren, waardoor ze
vatbaarder worden voor infecties. Daarnaast worden ook de organen ouder en
kunnen ze minder goed gaan functioneren (bijvoorbeeld de nieren). Vaak verandert ook de
huid en de vacht van de hond en ze kunnen moeite krijgen met lopen
en opstaan (arthrose). Daarnaast laten honden vaak niet zien dat ze ergens last van hebben. Dit komt omdat zwakke dieren in het wild worden afgestoten waardoor ze een makkelijke prooi zijn.
We hebben hieronder een aantal onderwerpen op een rijtje gezet die vaak komen kijken bij een oudere hond.
Om bij oudere dieren op tijd bepaalde ziekten te signaleren, is een één of zelfs twee jaarlijkse ‘senior check up’ aan te raden. Er wordt dan een lichamelijke onderzoek uitgevoerd, er wordt naar het gewicht gekeken en er wordt een urine- en/of bloedonderzoek gedaan. Via de urine en het bloedonderzoek wordt er onder andere gekeken naar de nieren, de lever, de alvleesklier, de eiwitten, de zouten en mineralen, het aantal rode bloedcellen en de ontstekingscellen.
Door middel van deze onderzoeken worden aandoeningen eerder
opgemerkt, nog voordat uw dier klachten heeft. In een eerder stadium zijn deze
aandoeningen vaak beter en eenvoudiger te behandelen. En daarmee neemt ook de
levensverwachting toe, met een goede kwaliteit van leven. Bron foto: dierennieuws
De leeftijd waarop je moet starten met senior voeding is afhankelijk van de grootte van de hond en het merk van de voeding. De richtlijnen hiervoor staan op de verpakking. Met behulp van senior voeding wordt de weerstand van de hond vergroot en wordt voorzien in specifieke voedingsstoffen die kunnen helpen de gezondheid van de senior te verbeteren. Een aantal van deze veranderingen zijn:
Veel oude honden krijgen last van osteo-arthritis (arthrose). Hierdoor ontstaan er ontstekingen in het oppervlakte van gewrichten. Dit leidt ertoe dat de gewrichten verstijven en dat bewegen pijnlijk wordt. Hoewel arthrose vooral voorkomt bij de middelgrote en grote rassen, kunnen ook kleine rassen hier last van krijgen. Het arthrose proces verloopt geleidelijk en een hond zal niet snel laten zien dat hij pijn heeft. Zo kan het gebeuren dat het de eigenaar vaak niet opvalt en het bestempeld word als ouderdom.
Een hond met arthrose zal moeilijker kunnen opstaan en/of gaan liggen, niet meer willen (op)springen, minder zin hebben in spelen/lopen/rennen, pijn hebben bij optillen, chagrijnig zijn, etc.Arthrose is helaas niet te genezen. Wel is het mogelijk om het ontstekingsproces zoveel mogelijk te vertragen en te pijn te verminderen/te verhelpen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp goede medicatie, voeding, een aangepast bewegingsschema en/of fysiotherapie. Ook het juiste gewicht is zeer belangrijk en indien nodig moet de hond dus afvallen. Hierdoor zal de hond minder pijn hebben en makkelijker kunnen bewegen.
Naarmate een dier ouder wordt, kunnen bepaalde organen, zoals de nieren, minder goed gaan functioneren. Pas als meer dan 2/3 deel van de nieren niet meer werkt, zullen er klachten zichtbaar worden! Nieren hebben, net als de lever, een enorme reserve capaciteit. Als een deel van het orgaan onbruikbaar is geworden, neemt een andere deel het werk over. Hierdoor komt het vaak voor dat de verminderde nierfunctie vaak al maanden tot zelfs jaren geleden is begonnen.
De nieren filteren het bloed, waardoor afvalstoffen via de urine het lichaam verlaten. Als de nieren niet goed meer werken, zal het bloed minder goed gezuiverd worden, waardoor afvalstoffen zich in het lichaam gaan ophopen. Klachten die bij nierfalen passen zijn:
Aan de hand van urine- en bloedonderzoek kunnen we nierfalen diagnosticeren. Eventueel kan aanvullend onderzoek in de vorm van een bloeddrukmeting en een echo nodig zijn.
Een nierprobleem is niet te genezen. Wel kunnen we met behulp van infusen, speciaal dieetvoer en bepaalde medicatie ervoor zorgen dat de nieren zoveel mogelijk worden ontlast en de overgebleven functie wordt geoptimaliseerd. Zodoende houdt de hond een zo goed mogelijke kwaliteit van leven.
Hoe eerder een nierprobleem wordt opgemerkt, hoe beter het te behandelen is en hoe beter het vooruitzicht. Zoals eerder genoemd, wanneer er klachten optreden, is 2/3 deel van de nieren al verloren. Daarom is een senior check (zie eerder) met het oog op het tijdig opsporen van nierproblemen erg aan te raden!
Tumoren kunnen in veel vormen voorkomen. Het kunnen bijvoorbeeld
duidelijk zichtbare 'bulten' zijn. Soms zijn die bulten onschuldig,
bijvoorbeeld vetbulten, maar het
kunnen ook kwaadaardige tumoren zijn. Dit is niet aan de buitenkant te
beoordelen. Om er achter te komen wat er aan de hand is, kunnen er
cellen worden afgenomen uit de bult of kan de hele bult opgestuurd
worden voor onderzoek. Hoe eerder de bult wordt onderzocht, hoe beter,
omdat de behandelopties en daarmee de prognose met name bij kwaadaardige
tumoren dan beter zijn.
Controleer uw hond daarom wekelijks
op bulten en neem contact op zodra u een bult heeft gevonden. Bij
niet-gesteriliseerde teven is de kans op (kwaadaardige) melkkliertumoren
groot; controleer het gebied rondom de tepels daarom regelmatig.
De Veterinary Cancer Society heeft een lijst opgesteld met de 10 meest voorkomende symptomen die op tumoren kunnen wijzen:
Met het ouder worden ontstaan er
veranderingen in de hersenen die invloed hebben op het geheugen, gedrag en
leervermogen. Bij mensen noemen we dit seniliteit of dementie, bij honden
noemen we dit het cognitieve dysfunctie syndroom. Bij honden lijkt het te maken te
hebben met een verminderde doorbloeding naar de hersencellen en teveel vrije
radicalen (schadelijke stoffen) in de hersenen.
Dementie is moeilijk aan te tonen, er bestaan geen testen voor. De klachten kunnen ook passen bij bepaalde hersentumoren of aandoeningen van bepaalde organen. Het is daarom belangrijk andere aandoeningen eerst uit te sluiten. Als andere aandoeningen niet waarschijnlijk lijken, kan op basis van de klachten de waarschijnlijkheidsdiagnose dementie worden gesteld.
Er kunnen verschillende symptomen ontstaan, onder andere:
Dementie is niet te genezen. Wel kan
het proces met speciale voeding en/of supplementen worden geremd. Daarnaast is
er voor de eigenaar ook een taak weggelegd in het op de juiste manier
begeleiden van de hond (de hond actief en alert houden, stress zoveel mogelijk
vermijden, etc.); regelmaat is hierbij erg belangrijk. Het belangrijkste is dat het welzijn van het dier voorop staat. Overleg
samen met de dierenarts of behandeling nog zinvol is en tot hoe ver u moet
gaan.
Soms kunnen oudere honden een soort aanval krijgen, vergelijkbaar met een hersenbloeding bij de mens. Een hersenbloeding bij een hond is echter zeldzaam. De ‘aanval’ heeft een onbekende oorzaak welke zich in het evenwichtsorgaan bevindt. We noemen het daarom ook wel het geriatrisch vestibulair syndroom. De symptomen ontstaan acuut en kunnen erg heftig zijn:
Er zijn geen medicijnen tegen het vestibulair syndroom. De aandoening treedt acuut op en lijkt zeer ernstig, maar verdwijnt normaliter snel. Na 24-78 uur is er al een aanzienlijke verbetering opgetreden. De klachten verdwijnen vaak compleet na 7-14 dagen. Soms houden de honden er een scheve kopstand aan over. Medicatie tegen de misselijkheid kan soms verlichting geven. Verder is vooral ondersteuning en aandacht belangrijk.
Net als bij mensen gaan honden op den duur ook minder horen. Hierdoor zullen ze vaak dieper slapen. Ze worden niet meer wakker van de omgevingsgeluiden. Wees dan ook voorzichtig met het wakker maken of benaderen van de hond. Laat van tevoren weten dat u naar hem/haar toekomt, bijvoorbeeld door even op de grond te stampen. De hond is dan voorbereid dat er iets in zijn omgeving is en zal minder snel schrikken en als gevolg hiervan bijten. Ook met uitlaten is het belangrijk te beseffen dat uw hond doof is. Hij zal auto’s en brommers niet meer horen aankomen en ook niet horen als u hem terugroept. Het veiligste is als u hem/haar aan de lijn houdt.
Naarmate een hond ouder wordt, valt vaak op dat de ogen een blauwgrijze waas krijgen. Dit noemen we ook wel ouderdomsstaar. De blauwgrijze kleur ontstaat doordat de lens troebel wordt, oftewel lens cataract. De vertroebeling van de lens is progressief, waardoor de hond langzaamaan steeds minder gaat zien. Het is te vergelijken met het kijken door een matglazen deur: contouren en licht en donker zijn te zien, maar de details niet. Vooral in het donker kunnen ze weinig zien. Hierdoor kunnen ze in de schemering en in het donker angstiger worden en sneller blaffen of niet meer mee willen lopen met het laatste rondje.
Helemaal blind worden de meeste honden niet en doordat het proces langzaam gaat, wennen de meeste honden er snel aan. Het voordeel is dat honden een ontzettend sterk reukvermogen hebben, waardoor ze zich heel snel aan de nieuwe situatie aanpassen.
Probeer
in de directe leefomgeving van de hond de situatie zoveel mogelijk hetzelfde te
houden (zo min mogelijk objecten verplaatsen), hierdoor zal de hond prima zijn
weg kunnen vinden.Bron foto: Stabyhoun